Direct naar artikelinhoud
Ten slotte

René Roemersma (1958-2021) had geen spijt van polderterrorisme

Woensdag overleed in Spanje de Amsterdamse activist René Roemersma (1958). Hij was het enige lid van de mysterieuze terreurgroep RaRa dat werd veroordeeld voor aanslagen op de Makro en Shell in de jaren tachtig.

René Roemersma in een aflevering van Andere Tijden over RaRa, 2010.Beeld Andere Tijden

Op een iconische foto is te zien hoe René Roemersma in 1988 in de rechtbank, als teken van zijn totale minachting voor de Nederlandse rechtsstaat, zijn voeten legt op het hekje voor de beklaagdenbank. Vijf jaar cel kreeg hij, onder meer voor brandstichting bij de Makro in Duivendrecht en het Shellbenzinestation in Nieuwegein. 

“Wat is nou een lullig brandje vergeleken met het vergoten bloed in de zwarte townships in Zuid-Afrika,” sprak hij tegen de rechter. “Zie het als een uitstaande rekening, waarvan een klein gedeelte is gepresenteerd.” Op de muren in Amsterdam was te lezen: ‘Rara continua. René vrij!’ De straf werd in hoger beroep grotendeels teruggedraaid wegens vormfouten.

Roemersma was het enige lid van de mysterieuze actiegroep RaRa dat ooit werd veroordeeld. RaRa, waar stond dat eigenlijk voor? Revolutionaire Anti Racistische Actie? Of toch gewoon voor: René Roemersma?

Woensdag overleed hij op 62-jarige leeftijd in het Spaanse Santander. Onder de overlijdensadvertentie een lijst met, hoe kan het ook anders, alleen de voornamen van oude vrienden. Alsof de activistische jaren tachtig en negentig terug zijn van nooit weggeweest. ‘Onze dappere, eigenzinnige, lieve strijder is dood. Onverdraaglijk.’

Polderterrorisme

In 1979 werd de geboren Haarlemmer Roemersma als student aan de Sociale Academie in Amsterdam actief in de kraakbeweging. Van daar rolde hij door in het radicale ‘verzet tegen de staat, tegen de overheid en de verburgerlijking’. Hij was ‘een kraker en een anti-impi’, zei hij in 2008 in NRC. Burgerlijke ongehoorzaamheid hoorde volgens hem bij een democratische rechtsstaat.

Ongekend was echter het polderterrorisme waarmee RaRa van zich deed horen, voor het eerst in 1984 met een bomaanslag op het Van Heutszmonument in Amsterdam. Aanslagen op de Makro en Shell volgden. In 1991 werd het huis van PvdA-staatssecretaris Aad Kosto van Vreemdelingenzaken opgeblazen en in 1993 moest de voorgevel van het ministerie van Sociale Zaken het ontgelden. Daarna werd het stil.

In 2010 was Roemersma, na zijn proces vertrokken naar Venezuela om er te helpen met het opzetten van lokale radiostations, te zien in het televisieprogramma Andere Tijden. “Ik was voor geweld,” zei hij. “Ik ben niet iemand die bereid is de ene wang toe te keren en dan de ander om daar twee klappen op te krijgen.”

Spijt had hij niet. Geweld was ‘slechts de consequentie van ons denken’. Het was ook niet tegen mensen gericht, hield Roemersma de kijkers voor. Dat er tijdens een van de branden tientallen mensen in de kantine zaten? “Dat is lekker tendentieus. Het was geen explosief, het was een brandbom. Zo’n ding ontwikkelt zich langzaam, het is niet dat je in één klap in een vuurzee staat. En dan zijn er nog sprinklerinstallaties en een rookalarm. Je moet wel ontzettend veel pech hebben om daarbij gewond te raken.”

Sympathisanten van de tot 5 jaar veroordeelde RaRa-verdachte Rene Roemersma gooien na de uitspraak in de buurt van het Paleis van Justitie met stenen. (1988)Beeld ANP