Groot deel van Vlieland is betrokken bij het Bunkermuseum. 'Maar een dode Duitser is nooit gevonden'

Een klein deel van het de bunkerstelling Wn 12H. Voor bezoekers van bunkerdag staan statiefkijkers van meer dan tachtig jaar klaar. Ze blijken nog in ,,uitzonderlijke staat" te verkeren.

Een klein deel van het de bunkerstelling Wn 12H. Voor bezoekers van bunkerdag staan statiefkijkers van meer dan tachtig jaar klaar. Ze blijken nog in ,,uitzonderlijke staat" te verkeren. Foto: Dirk Bruin

Op bunkerdag werden zaterdag in heel Nederland bunkers eenmalig opengesteld voor publiek, maar op Vlieland is het tegenwoordig vijf keer per week bunkerdag. Dankzij tienduizenden vrijwilligersuren.

Lees meer over
Vlieland

,,Stel je voor, hier hadden de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog 180 graden vrij zicht over de Noordzee”, zegt Marc ter Ellen, staand op een betonnen mitrailleursnest in de duinen van Vlieland. Dat zicht is nu gedeeltelijk terug, de betonnen fundering lag een paar jaar geleden nog verstopt onder bijna 6 meter zand.

De gehele bunkerstelling Widerstandsnest 12H lag tot een paar jaar geleden nog verborgen onder zand. De bezoekers van bunkerdag verbazen zich over het complex dat het in juni 2020 geopende Bunkermuseum huisvest: zes bunkers, vijf houten onderkomens en een lang loopgravenstelsel, piekfijn gereconstrueerd en in stand gehouden met behulp van tientallen Vlielander vrijwilligers. Het groeide in korte tijd uit tot best lopende museum van Vlieland.

,,Ik wist ook niet dat dit hier allemaal zat”, biecht Ter Ellen op. Hij is oud-directeur van het bezoekerscentrum De Noordwester. Zijn medewerker Dirk Bruin richtte om de vijf jaar een expositie over de Tweede Wereldoorlog in, die dan na een jaar weer moest worden afgebroken. Het waren de succesvolste tentoonstellingen, waarvoor mensen speciaal naar Vlieland kwamen. In 2006 wilden ze er een permanente locatie voor hebben. ,,Dirk wist wel een plek, een bunkerstelling in de duinen. Wij wisten van niks.”

Ter Ellen en Bruin bedachten het plan om het complex uit te graven. Maar het duurde nog tot 2017 voordat ze in Vlieland aan de slag konden. Het Waddenfonds, een heel belangrijke financier, vond eerst dat op de andere Waddeneilanden en daarna dat ook langs de Waddenkust de bunkers dan ook toegankelijk gemaakt moesten worden. Vervolgens stuitte Vlieland als enige op beperkingen vanwege Natura 2000-regels. ,,Iedereen was klaar en wij moesten nog beginnen.”

‘In het begin waren de vondsten teleurstellend’

De animo om te helpen met blootleggen was enorm. Meer dan zeventig vrijwilligers hielpen twee jaar lang elke zaterdag mee, en de toenmalige conciërge zorgde dat de jeugd ook zand kwam scheppen en sjouwen.

,,De kinderen hoopten nog een dode Duitser te vinden”, lachen Ter Ellen en Eef Botjes, vrijwilligers van het Bunkermuseum. ,,Maar die is nooit gevonden. In het begin waren de vondsten heel teleurstellend. Alleen serviesgoed en dit soort spul”, zegt Ter Ellen, terwijl hij een inktpotje toont.

Later is er nog wel veel munitie gevonden. ,,Heel veel kogelhulzen, maar wat we nog steeds niet hebben teruggevonden, is de afvalbult”, zegt Ter Ellen. Botjes: ,,Die is heel waardevol, uit het afval kun je heel veel informatie halen.” Binnenkort komt er een team met speciale apparatuur om naar die plek te zoeken.

Het bunkercomplex iets ten westen van de vakantiehuizen aan de noordzijde van Vlieland was overigens niet volledig verborgen. Een enkele bunker was bekend en werd in de jaren 70 gebruikt door de jeugd, zoals de keukenbunker. ,,Van bovenaf klommen de jongeren daarin. Met trekkers en karren bevoorraadden ze die met kratten bier. Op last van de lokale horeca is de bunker gesloten, het kostte ze te veel omzet”, verhaalt Ter Ellen. Rijkswaterstaat liet de bunker volstorten met zand.

Wie nu door de loopgraven en langs de schuttersputjes en geschutsemplacementen door het gerenoveerde complex wandelt, waant zich probleemloos in de eerste helft van de jaren veertig. In een uitkijkpunt turen Ter Ellen en Botjes met een kijker over de Noordzee. De stelling werd vooral gebruikt om Engelse vliegtuigen te spotten die op weg waren naar Duitsland.

Ze werden soms ook daadwerkelijk neergehaald. De 64 oorlogsgraven in het dorp Oost-Vlieland herinneren aan de geallieerde vliegeniers die door de Duitsers zijn omgebracht.

,,De Duitsers waren heel paranoia. Daarvoor hebben ze deze Atlantik Wall opgezet”, vertelt Ter Ellen over de meer dan 5000 kilometer lange verdedigingslinie van Zuid-Frankrijk tot het uiterste noorden van Noorwegen. ,,Ze vreesden overal voor een invasie. Maar dan kom je hier aan land, dan loop je 1200 meter het eiland over en stuit je weer op 32 kilometer water. Heel onlogisch.”