Papegaaiduikers komen in Nederland normaal gesproken niet voor. De pinguïnachtige vogels zijn felgekleurd, broeden op rotsachtige eilanden bij de kust van onder meer Schotland, IJsland en Noorwegen en dobberen ‘s winters op zee. De papegaaiduiker is beschermd, maar neemt in aantal af door klimaatverandering en verstoring van nestelgebieden.

Boswachter Carl Zuhorn had meteen in de gaten dat er iets opmerkelijks aan de hand was, toen een jutter eind vorige week een overleden papegaaiduiker op het strand van Vlieland vond. Inmiddels staat de teller wat het eiland betreft op vijf. ,,En het zou zomaar kunnen dat dat aantal de komende dagen verder toeneemt.”

Richting land geblazen

Zuhorn denkt dat de papegaaiduikers door een storm van zee richting land zijn geblazen. Onderzoek door het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) moet uitwijzen of dat daadwerkelijk zo is. Alle vogels die op Vlieland aanspoelen worden gelabeld, opgeslagen in een vriezer en daarna overgebracht naar de Texelse researchinstelling.

Het enige nog levende exemplaar verblijft op dit moment bij Ecomare. Het opvangcentrum heeft eerder alleen in 2017 zo’n vogel binnengekregen en met succes laten herstellen. De papegaaiduiker die nu is gevonden, zit onder een warmtelamp in een drooghok en heeft de eerste dagen in de opvang overleefd. Het dier krijgt zalmpap via een sonde. De dierverzorgers zijn voorzichtig positief over herstel, aldus Ecomare.

Er waren maandag volgens het NIOZ in totaal twintig papegaaiduikers gevonden op de Nederlandse stranden.