Een door de VN gesteund straftribunaal bevond Bagosora schuldig aan genocide, misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden en veroordeelde hem in 2008 tot levenslang. Die straf werd later teruggebracht tot 35 jaar, omdat hij werd vrijgesproken van een aantal aanklachten tegen hem. Bagosora zat zijn straf in Mali uit.
Zijn zoon, die ten tijde van de genocide een belangrijke positie bij het Rwandese ministerie van Defensie bekleedde, vertelde BBC News dat zijn vader in een ziekenhuis in de Malinese hoofdstad Bamako is gestorven. Hij werd daar behandeld voor hartproblemen.
In 1994 werden in drie maanden tijd circa 800.000 Tutsi's en gematigde Hutu's vermoord. De moordpartijen begonnen nadat het vliegtuig van de toenmalige Rwandese president Juvénal Habyarimana - een Hutu - op 6 april 1994 was neergeschoten. Alle inzittenden kwamen daarbij om het leven.