Direct naar artikelinhoud
Ten Slotte

Eric Schreurs (1958-2020): de ‘gore’ schepper van Joop Klepzeiker

Op 61-jarige leeftijd overleed de striptekenaar Eric Schreurs. Hij was vooral bekend van de strip Joop Klepzeiker, die werd gepubliceerd in Nieuwe Revu.

De strip Joop Klepzeiker.

Een enorme neus, daaronder een rij afzichtelijke tandjes en op het gelaat een altijd onnozele blik. Joop Klepzeiker, de voornaamste creatie van striptekenaar Eric Schreurs, is anti-held bij uitstek, een loser die elke keer weer in de meest onmogelijke situaties belandt. De strip in één woord: góór. Ranzige seks is vast een ingrediënt – Klepzeiker is nogal eens aan de wandel op de Wallen, waar hij slalomt tussen volle condooms en gebruikte heroïnespuiten – en als het even kan vliegt er ook poep of kots in het rond.

Las je Joop Klepzeiker, die in de jaren tachtig elke week een eigen pagina had in Nieuwe Revu, dan kostte het weinig moeite je Schreurs achter de tekentafel voor te stellen, gniffelend om zo veel slechte smaak. Maar de tekenaar, die op 61-jarige leeftijd aan hartfalen overleed, had er groot succes mee. Van de albums waarin de Klepzeikergrappen werden gebundeld, een reeks van wel vijftien delen, werden in totaal meer dan een miljoen exemplaren verkocht.

Vuiligheid

Zoals alle stripmakers sloeg de in Leiden geboren en getogen Eric Schreurs al vroeg aan het tekenen. En ook toen al vertrouwde hij graag vuiligheid toe aan het papier. 

Zijn eerste publicaties had Schreurs in De Vrije Balloen, het legendarische stripblad waar tekenaars geen enkele beperking werd opgelegd. Het grote publiek bereikte hij in de jaren tachtig via Nieuwe Revu, in die tijd nog een blad met een probleemloze oplage van rond de 200.000 exemplaren. De populariteit van Joop Klepzeiker was begin jaren negentig zo groot dat twee maal een Klepzeikerschoolagenda verscheen. Niet alle leraren vonden dat een goed idee.

Behalve Joop Klepzeiker creëerde Eric Schreurs ook figuren met prachtige namen als Knier Zwellever en – samen met collega-tekenaar Hein de Kort – Dick van Bil. Met Theo van Gogh maakte hij in 1985 het boek Recreatie, vol gruwelijke gedichten (van Van Gogh) en al even gruwelijke illustraties. In Van Goghs verfilming van het Jan Wolkersboek Terug naar Oegstgeest speelde Schreurs twee jaar later een broer van de hoofdfiguur. Veel later, in 2013, had hij ook een rol in de film De wederopstanding van een klootzak van regisseur en collega-striptekenaar Guido van Driel.

Zware tijd

In de eerste helft van de jaren negentig belandde Eric Schreurs in de waarschijnlijk zwaarste periode van zijn leven. Hij leed aan helse rugpijn en had het ook geestelijk zwaar. Drie jaar lang tekende hij niet, kón hij niet tekenen. Zijn comeback maakte hij in 1997 met de tentoonstelling Strange Flesh in de Lakenhal in Leiden. Te zien waren daar vooral monsterlijke en mismaakte gedrochten, maar hij had ze veel gestileerder in beeld gebracht dan hij gewoon was als striptekenaar.

Ook in zijn latere werk ging hij zo te werk. Het grote publiek bereikte hij er niet meer mee, maar meer dan vroeger maakte hij er wel duidelijk mee een technisch zeer begaafd tekenaar te zijn. In 2002 werd Eric Schreurs onderscheiden met de Stripschapprijs voor zijn gehele oeuvre.