Friezen gaan steeds losser om met coronaregels

Vrijdagmiddag op het Schaepmanplein in Sneek. Friezen hebben meer dan andere inwoners van het Noorden, genoeg van de strenge coronaregels.

Vrijdagmiddag op het Schaepmanplein in Sneek. Friezen hebben meer dan andere inwoners van het Noorden, genoeg van de strenge coronaregels. FOTO NIELS DE VRIES

Met name in Friesland worden we wat makkelijker als het om de naleving van de coronaregels gaat. De Friezen zijn net iets ondeugender dan de Groningers en Drenten.

Inwoners van Friesland maken zich het minst van de drie noordelijke provincies zorgen om het coronavirus. Als gevolg daarvan zijn ze ook wat minder precies in het naleven van de coronamaatregelen. De klad komt er wat in, omdat de angst is afgenomen, constateert marktonderzoeker Robert Oosterbaan van Enigma Research.

Het bureau deed in opdracht van de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden opnieuw onderzoek naar hoe de drie provincies de coronacrisis beleven. Een eerste onderzoek, met deels dezelfde vragen, werd van 6 tot en met 8 april gehouden. Dit tweede onderzoek vond van 20 tot en met 27 mei plaats onder 2953 respondenten, van wie er 1140 uit Friesland komen. Ze werden benaderd via het RegioNoordPanel en via de mediakanalen van beide kranten en zijn achttien jaar of ouder.

Lees ook: Eenzaamheid door coronacrisis maar ook groot gevoel van verbondenheid

Bijna helft nog bezorgd over virus

In Friesland maakt momenteel 43 procent van de inwoners zich nog zorgen over de uitbraak. In Drenthe ligt dat percentage op 50 procent, in Groningen op 51 procent. 46 procent van de Friezen is niet bang om besmet te raken. In Groningen gaf 37 procent dat aan en in Drenthe 32 procent. In het algemeen maken de ondervraagden zich een stuk minder zorgen. Was dat eerst nog twee derde van de noordelijke bevolking, nu ligt dat percentage op 47 procent.

Als gevolg van deze gevoelens worden de coronaregels met name in Friesland steeds vaker met een korreltje zout genomen. Na de aankondiging van nieuwe bezoekregels thuis geeft 16 procent van de Friezen aan meer dan drie personen buiten het eigen huishouden om te hebben ontvangen. Drenthe scoort 12 procent, Groningen 9. Het 1,5-meter afstand houden tijdens die bezoeken wordt door slechts 45 procent van de Friezen nageleefd, Drenten scoren 10 procent hoger en de Groningers 14 procent hoger. De Friezen zeggen het ook minder lang vol te houden. Ze houden zich er eerst wel aan, maar 34 procent verslapt in dit voornemen. In Drenthe is dat 29 procent en Groningen 26 procent.

Dat de naleving van de regels verslapt, blijkt ook uit het rapportcijfer dat de ondervraagden zichzelf geven voor de mate waarin we ons aan de kabinetsmaatregelen houden. In april werd dat nog beloond met een 8,7, nu is dat gedaald naar 7,9. Vooral de leeftijdscategorie van 18 tot 39 jaar geeft zichzelf een laag cijfer (7,6). Als we anderen moeten beoordelen, komen we in het laatste onderzoek niet verder dan een 6,7, terwijl dit in april nog een 7,5 was. Vooral de mensen die zeer bang zijn om besmet te raken, ergeren zich aan anderen.

Minder thuiswerken

Thuiswerken is in het Noorden afgenomen sinds het eerste onderzoek in april. Toen werkte de helft volledig thuis, nu nog 39 procent. Wel naar kantoor gaan is volgens de ondervraagden nodig omdat niet alle werkzaamheden thuis gedaan kunnen worden, omdat fysiek overleg noodzakelijk is en 27 procent heeft de behoefte om collega’s weer te zien. Een kwart is inmiddels wel een beetje klaar met het thuiswerken. Mannen (28 procent) geven dit vaker aan dan vrouwen (20 procent). Ook jongeren geven dit antwoord vaker. Oosterbaan vermoedt dat dit te maken heeft met het sociale aspect.

De vakantieplannen van 7 op de 10 inwoners van de noordelijke provincies worden beïnvloed door het coronavirus. Een kwart heeft een vakantie geboekt die waarschijnlijk niet door kan gaan. Sommigen (11 procent) blijven uit angst voor het virus thuis, terwijl 13 procent tot het laatst wacht met boeken.

Mondkapjes zijn niet erg populair. Negen op de tien heeft nog geen mondbescherming gedragen op straat of in de winkel. 42 procent ziet de verplichting in het openbaar vervoer als een belemmering. Als na 1 juni de regels versoepeld worden, wordt het meest uitgezien naar een bezoek aan het terras (41 procent). Een derde gaat naar een restaurant.