Wim Crouwel Modernist, regie Lex Reitsma. Wim Crouwel in 1968 © AVROTROS

‘Ik stop ermee’, zegt Wim Crouwel aan het eind van de documentaire die Lex Reitsma over hem en zijn grafisch oeuvre maakte. Dat slaat op het spelen van een iPhone-spel van vormgever Bram de Leeuw met en over Crouwels roemruchte New Alphabet uit 1967. Alphabet wordt nog altijd als ultiem modernisme ervaren en hogelijk bewonderd of diep verguisd: ‘Het enige alfabet dat ondertiteld moet worden’, schreef opponent Piet Schreuders destijds. En hij herhaalt het in de film.

Crouwel speelt dat spel voor het eerst op zijn mobiel, het gaat hem moeilijk af en hij lijkt moe. Dus stopt hij. Maar Reitsma sluit er niet toevallig mee af: zijn hoofdpersoon was tijdens de opnames rond de negentig en dan geeft deze montage een triviale opmerking symbolische betekenis. Maar de dood, zo kort voor uitzending, die weer als opmaat dient voor de Crouwel-tentoonstelling die opent in het Stedelijk, geeft dat slot extra lading.

Het is een mooie film, die recht doet aan het talent, de gedrevenheid en de filosofie van een uniek ‘gebonden kunstenaar’. Portret van de Oude Meester die terugblikt op werk en werdegang. Geïllustreerd met herinneringen van naasten en collegae, met archiefbeelden van optredens en explicaties door de Jongere Meester. En met de toegevoegde waarde van schermvullende grafische beeldsequenties, die zowel fraai zijn als verhelderend voor werkwijze en achterliggende opvattingen van Crouwel. En van Total Design, het bureau dat hij in 1963 begon met Friso Kramer en Benno Wissing. Het is een respectvolle ode, zonder gedweep. De controverses, de kritiek op Mr. Gridnik (de ondertitel van de expositie, verwijzend naar het Heilig Grid = Raster als grondslag van alles), ze komen regelmatig voorbij – even helder en open als Crouwels werk. Reitsma laat luisteren, kijken, denken en, als we dat willen, zelf oordelen. Helemaal eenduidig zal dat oordeel niet zijn.

Bewondering voor consequente uitgangspunten en toepassingen overheerst bij deze kijker. En inzicht in het vernieuwende ervan en de invloed die ze hadden en hebben op grafische vormgeving in het algemeen en op iets particuliers als eigen smaak. Maar het gevoel dat ‘jeder Konsequenz zum Teufel’ voert bekruipt me ook (iets wat Crouwel soms zelf in de praktijk honoreerde door lichte inconsequentie). Net als begrip voor de gemengde gevoelens die zijn zelfverzekerde optredens konden wekken. Maar de felle kritiek (Nieuwe Lelijkheid, dixit Renate Rubinstein) maakte hem naar eigen zeggen alleen maar sterker en overtuigder. Er zijn heerlijke anekdotes: piepjonge Wim die zijn militaire uniform uit elkaar tornde en perfect passend maakte; directeur Wim die bij de gemeenschappelijke Total Design-lunch zijn volmaakt vierkante boterhammetje met een exact passend plakje kaas belegde. Maar essentieel: dat hij al in 1961 bezig was met gedigitaliseerde letters en zowel het geheugen van de jonge computer als de manier waarop die letters tot stand bracht tot grondslag voor gans zijn werk maakte. ‘Ik ben een rechtlegger’, zegt hij over triviaal doen en laten. ‘Akelige gewoonte.’ Maar wel een die de typografie diepgaand beïnvloedde.

Lex Reitsma, Wim Crouwel. Modernist, Close Up AVROTROS, 26 september, NPO 2, 22.55 uur