Draghi haalt zijn bazooka boven
De ECB verlaagt de depositorente voor banken tot -0,5 procent en start een nieuw inkoopprogramma voor obligaties van 20 miljard euro per maand ‘zolang het nodig is’.
Voorzitter Mario Draghi vertrekt bij de Europese Centrale Bank met een knal. De ECB heeft beslist om de depositorente - de rente die ‘gewone’ banken krijgen als ze geld stallen bij de centrale bank - verder te verlagen. De depositorente is al vijf jaar negatief en staat nu op -0,4 procent. Maar nu wordt die dus verder verlaagd naar -0,5 procent.
20 miljard per maand
Tegelijk kondigde de ECB aan dat het opkopen van staatsobligaties, QE in vakjargon, vanaf 1 november zal hernomen worden. En dat aan een eerder bescheiden ritme van 20 miljard euro per maand. Ter vergelijking: tijdens het vorige opkoopprogramma van de ECB - dat liep van maart 2015 tot en met december 2018 - kocht de ECB 80 miljard euro per maand in. Belangrijk is wel dat de ECB er expliciet bij vermeldt dat het opkoopprogramma zal lopen ‘zolang dat nodig is.’
De renteverlaging moet de sputterende Europese economie herlanceren, want de banken in Europa worden er - op papier althans - extra toe aangezet om meer kredieten te verlenen. Terwijl overheden, gezinnen en bedrijven zich nog goedkoper kunnen financieren en dus aangezet worden om meer te consumeren en te investeren.
Pijn banken wordt verzacht
Maar voor de banken is het slecht nieuws. Want de extreem lage negatieve rente betekent in principe dat banken nog meer zullen moeten betalen voor het cash geld dat ze tijdelijk onderbrengen bij de ECB. Bovendien zet de renteverlaging hun verdienmodel en dus hun winstmarges extra onder druk.
Om de financiële pijn van de banken enigszins te verzachten introduceert de ECB een zogeheten ‘two-tier’-systeem, waarbij welbepaalde schijven van de overtollige cash die bij de ECB overnacht worden geparkeerd, een vrijstelling krijgen.