Direct naar artikelinhoud
AnalyseDe rode lijst

Hoe betrouwbaar is de Rode Lijst met (28 duizend!) bedreigde dier- en plantensoorten?

Hoe betrouwbaar is de Rode Lijst met (28 duizend!) bedreigde dier- en plantensoorten?
Beeld Astrid Anna van Rooij

Donderdag verscheen een bijgewerkte versie van de Rode Lijst van bedreigde soorten. Daaruit blijkt dat wereldwijd meer dan 28 duizend dier- en plantensoorten met uitsterven worden bedreigd. Hoe komt de lijst tot stand en hoe betrouwbaar is hij eigenlijk?

De Rode Lijst van bedreigde soorten geldt als een gezaghebbende index voor het leven op aarde. Voor beleidsmakers, natuurorganisaties en wetenschappers is het van belang om te weten welke planten- en diersoorten in de verdrukking zitten en bescherming verdienen. Maar geeft de lijst wel altijd een correct beeld van de bedreigingen?

De Rode Lijst, samengesteld door de internationale organisatie IUCN, vermeldt van meer dan 105 duizend soorten – waarvan meer dan 90 duizend diersoorten – in welke mate ze in hun voortbestaan worden bedreigd. Ze worden ingedeeld in zeven categorieën, die variëren van ‘niet bedreigd’ tot ‘uitgestorven’. De status hangt niet alleen af van de vraag hoe zeldzaam een soort is. Het gaat er ook om of een populatie groeit of krimpt, hoe snel dat gebeurt, hoe groot het potentiële verspreidingsgebied is en hoe de toekomst eruitziet. Volgens IUCN worden momenteel ruim 28 duizend soorten met uitsterven bedreigd.

Netwerken van duizenden wetenschappers en vrijwilligers verzamelen over de hele wereld gegevens. Dat doen ze zo veel mogelijk door het tellen van beesten, maar ook door te kijken naar sporen, nesten of uitwerpselen. Waarnemingen in het veld zijn cruciaal, zegt Henk Simons van de Nederlandse afdeling van IUCN. ‘Met een satelliet kun je niet zien of in een bos alle apen zijn afgeschoten.’ Hoe kleiner het beestje, hoe lastiger het tellen. Er staan relatief weinig insectensoorten op de lijst. Drie groepen dieren zijn vrijwel volledig vertegenwoordigd: zoogdieren, vogels en amfibieën.

Specialisten die beoordelen of de aangeleverde data voldoet aan de kwaliteitseisen doen een voorstel voor de categorisering van een soort. Simons: ‘De lijst wordt voortdurend bijgesteld. Stel dat het ijs op de Noordpool verdwijnt en de ijsbeer – ‘kwetsbaar’ – floreert op het vasteland, dan zullen we zijn plaats op de Rode Lijst aanpassen.’ Dit wil niet zeggen dat elke soort jaarlijks opnieuw wordt beoordeeld. Daarvoor ontbreken eenvoudigweg de gegevens. 

Hoe betrouwbaar is de Rode Lijst met (28 duizend!) bedreigde dier- en plantensoorten?
Beeld Astrid Anna van Rooij

De IUCN (International Union for Conservation of Nature) presenteert de lijst als het resultaat van onafhankelijke wetenschappelijke beoordeling aan de hand van objectieve criteria. Is dat in de praktijk ook zo?

Sabrina Tomasini van de Universiteit van Kopenhagen heeft haar twijfels. ‘Beoordelingen op het gebied van biodiversiteit blijven menselijke processen, waarin de data niet los kunnen worden gezien van met waarden beladen onderhandelingen’, schreef ze vorig jaar in Conservation and Society.

Tomasini verwees naar een van de weinige keren dat details van een intern IUCN-debat naar buiten kwamen. De discussie speelde zich af in de jaren negentig en ging over een zeeschildpad – de karetschildpad – die het stempel ‘ernstig bedreigd’ kreeg. Uit een in Conservation and Society gepubliceerde mailwisseling blijkt dat tal van deskundigen die claim bestreden. De dieren zouden nog volop voorkomen. 

De ‘promotie’ op de lijst bleek vooral te zijn ingegeven door politieke motieven: om Cuba te dwarsbomen. Dat land stond op het punt de handel in de schilden van de karetschildpad op beperkte schaal toe te staan en daar wilde de ‘schildpaddengroep’ in de IUCN een stokje voor steken. Een van de betrokkenen destijds was de Australische krokodillenkenner Grahame Webb van de universiteit van Darwin. Over de telefoon zegt hij nu: ‘Je hoeft niet wakker te liggen van de karetschildpad. Al zouden de Amerikaanse en de Chinese strijdkrachten kernwapens inzetten tegen die fucking schildpadden, dan kom je er nog niet vanaf.’

De karetschildpadBeeld Getty Images

Volgens Webb wordt het gevaar voor uitsterven soms overschat. Als een soort wereldwijd met 80 procent of meer is afgenomen, dan volgt de kwalificatie ‘ernstig bedreigd’, ook al is er geen direct gevaar voor uitsterven. ‘Een soort kan zijn uitgestorven in het ene land en nog volop voorkomen in het andere. Soorten die ergens op de wereld nog voldoende aanwezig zijn, zouden niet ‘ernstig bedreigd’ moeten worden genoemd.’ Webb bepleit een nieuwe categorie: ‘ernstig afgenomen’.

Veel van wat in de Rode Lijst als objectief wordt aangenomen is gebaseerd op politieke keuzen en financiële druk, zegt Bram Büscher, hoogleraar sociologie van ontwikkeling en verandering aan de Wageningen Universiteit. ‘Het samenstellen van de lijst is uiteindelijk een sociaal en politiek proces.’

De Rode Lijst raakt aan belangen. Bedrijven staan niet te juichen als er beschermde dieren zitten op land dat ze willen gebruiken voor mijn- of landbouw. In landen als Brazilië en Indonesië bestaat spanning tussen bescherming van (de dieren in) het oerwoud en de agrarische industrie. Gorilla’s zorgen voor inkomsten uit het toerisme – ze worden door landen als Oeganda en Rwanda gebruikt om te laten zien dat het daar goed gaat. Na de apartheid greep Zuid-Afrika bescherming van de biodiversiteit aan om zich internationaal te presenteren als een normaal land. Een plaats op de Rode Lijst kan hinderlijk zijn of juist van pas komen.

‘Je moet oppassen dat mensen die meewerken aan het samenstellen van de lijst geen belang hebben bij de kwalificatie van een bepaalde diersoort’, zegt Craig Hilton-Taylor, de Britse chef van de Rode Lijst. ‘Er zijn gevallen geweest waarin we zagen dat mensen opzettelijk de data veranderden om de uitkomst te beïnvloeden.’ Meer details wil hij niet geven, maar hij zegt dat dit gevaar vooral dreigt als een status op de Rode Lijst onmiddellijk leidt tot wettelijke maatregelen, zoals in sommige landen het geval is. Soms mogen wetenschappers zelfs geen data meer verzamelen. ‘Dan zou een wetenschapper in de verleiding kunnen komen een soort in een lagere categorie van bedreiging te classificeren om door te kunnen gaan met zijn werk.’

Büscher gaat ervan uit dat wetenschappers die gegevens voor de Rode Lijst verzamelen en beoordelen over het algemeen voldoende afstand proberen te houden van politieke en economische invloeden. ‘Dat werk wordt vaak gedaan door wetenschappers die niet worden betaald door de IUCN, maar door universiteiten. Het is in hun belang om zo goed mogelijke informatie te verstrekken. Dat kan weleens fout gaan, maar veel minder vaak dan ná het aanbieden van de gegevens aan de IUCN. Want dan begint het krachtenveld echt te spelen.’

Büscher verwijst naar het debat in Brazilië over de jaguar. Er was jarenlang wetenschappelijke consensus over de status van dat dier: bijna bedreigd. De begin dit jaar aangetreden regering van de rechtse president Jair Bolsonaro heeft meer oog voor de belangen van de agrarische industrie dan de vorige regering en er gaan stemmen op dat het dier best van de nationale Braziliaanse Rode Lijst kan worden geschrapt. ‘Dit is gebaseerd op het idee dat er nog voldoende jaguars in de Amazone zijn, terwijl ze in alle andere gebieden zwaar onder druk staan.’

Natuurorganisaties hebben gedeeltelijk baat bij een pessimistisch beeld, zegt Büscher. ‘Als een dier hoger op de lijst komt, dan kunnen ze er financieel voordeel van hebben. Als je cynisch wilt zijn, kun je zeggen dat de dramatische afname van het aantal neushoorns fantastisch was voor natuurorganisaties.’ Al haast hij zich eraan toe te voegen dat ze niet zullen jubelen als het slecht gaat met een soort. Natuurorganisaties vinden het ook fijn om te laten zien dat het goed gaat met dieren waarvoor geld is ingezameld, dat het geld goed is besteed. ‘Maar het moet niet té goed gaan. Anders droogt de geldstroom op.’

De Rode Lijst is een waardevolle bron van informatie, onderstreept Grahame Webb, voorzitter van de ‘krokodillengroep’ bij IUCN. Als die lijst er niet was, zou hij moeten worden uitgevonden. Maar de nauwkeurigheid ervan baart hem zorgen. ‘Natuurbeschermers zijn geweldige mensen, maar soms ook drama queens die proberen de zaken erger voor te stellen dan ze zijn. Ze gaan ervan uit dat een diersoort altijd baat heeft bij een dramatischer stempel, terwijl het geen zin heeft een beschermingsprogramma op te zetten voor een soort die niet zeldzaam is.’

Büscher beschouwt de Rode Lijst als het betrouwbaarste en gezaghebbendste instrument dat we hebben om een beeld te krijgen van de mate waarin soorten worden bedreigd. ‘Daar is ook alles mee gezegd. Bij de Oostvaardersplassen kun je de dieren tellen, maar doe dat eens met schildpadden in de oceaan of dieren in het regenwoud van Congo, waar rebellen vechten. Wie heeft dan de autoriteit om precies te zeggen hoe het daar met de dieren gaat?’

Nieuwe methode gebruikt satellietbeelden

Ecoloog Luca Santini van de Radboud Universiteit ontwikkelde samen met collega’s een nieuwe methode voor het inschatten van de kans dat diersoorten uitsterven. Hij introduceerde het gebruik van satellietbeelden waarop de bedekking van het land is te zien – bos, struiken en landbouwgewassen. Die informatie over het leefgebied van soorten combineerde hij met data over omvang en beweging van dierpopulaties. Met toepassing van deze methode bevinden zeshonderd diersoorten die volgens de Rode Lijst niet worden bedreigd zich wel degelijk in de gevarenzone. Maar er zijn ook gunstige verschillen: 10 procent van de vogelsoorten en bijna 20 procent van de zoogdieren krijgt een minder bedreigde status. Dat komt volgens Santini door beperkingen van de satellietbeelden. Landbedekking zegt niets over de jacht of over schadelijke soorten die inheemse soorten verdringen.

Nieuwe methode gebruikt satellietbeelden

Zit er een limiet aan het aantal mensen dat je kunt kennen? Wat bewijst de uitslag van een schriftelijke test eigenlijk? In onze Grote Vragen Podcast beantwoorden we ‘vragen waar je nooit over na hebt gedacht maar plotseling dolgraag een antwoord op wilt hebben’.