Direct naar artikelinhoud

Ten slotte: filmmaker Pieter Verhoeff (1938-2019)

Hij stond er nooit bij stil dat hij bijna tachtig was, zei Pieter Verhoeff anderhalf jaar geleden in een interview in deze krant. “Anderen beginnen erover, maar ik werk met veel plezier en vreugde door.” Het heeft nog maar kort mogen duren.

Ten slotte: filmmaker Pieter Verhoeff (1938-2019)
Beeld anp

Woensdagavond overleed de productieve film- en tv-maker. In de tijd van genoemd interview gingen maar liefst twee films van hem in première op het Nederlands filmfestival: het docudrama Tokyo Trial over het Tokio Tribunaal en Echt Herman Koch, een portret van de bestseller auteur. Dat de twee films onvergelijkbaar zijn, illustreerde nog eens Verhoeffs veelzijdigheid.

Sfeerreportages

De in het Friese Lemmer geboren Verhoeff maakte na zijn afstuderen aan de Filmacademie in het begin van de jaren zeventig naam als medewerker van het roemruchte journalistieke VPRO-programma Het gat van Nederland. Daarin geen obligate hijgerige nieuwsreportages, maar sfeerreportages met oog voor treffende details achter de (politieke) schermen.

Verhoeff voelde zich als een vis in het water bij deze vernieuwende televisie. In 1974 leidde zijn nepdocumentaire Rudy Schokker huilt niet meer, waarin een in de buurt van Schiphol geboren baby gierend vliegtuiglawaai produceert als het huilt, tot controverse. Veel tv-kijkers trapten erin en dachten dat de baby in de ‘documentaire’, die een aanklacht was tegen de geluidsoverlast van Schiphol – toen al – dit geluid werkelijk voortbracht.

Filmmaker

Maar de veelzijdige Verhoeff wilde meer dan tv-reportages en documentaires maken. In 1980 maakte hij met Het teken van het beest zijn speelfilmdebuut. Met het waargebeurde verhaal over een anarchistische Fries die in 1929 vier veldwachters neerschoot toen zij zijn geliefde kwamen arresteren, manifesteerde Verhoeff zich als een sociaal bewogen filmmaker, die zich liet inspireren door onrecht in het (Friese) verleden.

Het leverde naast Het teken van het beest de uitstekende drama’s De dream (1985) op, over een valse aanklacht in het begin van de vorige eeuw tegen drie anarchistisch-socialistische Friese broers, en Nynke (2001), over de schrijfster Nynke van Hitchum, die wegkwijnt als ze trouwt met de socialistische politicus Pieter Jelle Troelstra.

Van geluk gesproken

Dat Verhoeff ook lichtvoetiger werk kon maken, bewees hij  in 1987 met Van geluk gesproken, de verfilming van Marijke Höwelers bestseller. De zedenkomedie zocht het niet in lachen, gieren en brullen, maar was een innemend en ontroerend portret van een Amsterdamse volksbuurt. Naast speelfilms en documentaires maakte duizendpoot Verhoeff ook tv-series, zoals het op zijn Friese jeugd geïnspireerde De vuurtoren (1994).

Was er iets dat Verhoeff niet kon? Waarschijnlijk niet, want naast zijn documentaires, tv-series en speelfilms door regisseerde hij ook de eerste twee seizoenen van Jiskefet. Niet zonder trots merkte hij in eerder genoemd interview op dat de naam Jiskefet in zijn huis was verzonnen. Ook regisseerde hij een aantal tv-afleveringen van de plattelandssatire Radio Bergeijk.

Jeugdfilms

Tien jaar geleden bleek er met de boekverfilming De brief voor de koning ook een uitstekende jeugdfilmer in Verhoeff te huizen. Hij vond het leuk om een avonturenfilm te regisseren, merkte hij op in een interview, maar het ging toch vooral om de ontwikkeling van het geweten van de hoofdpersoon. “Hij leert te onderscheiden tussen goed en kwaad, wie wel te vertrouwen is en wie niet.”

Het was Verhoeff ten voeten uit: films mogen entertainment zijn, graag zelfs, maar nooit gratuit vertier. In Verhoeff woonden veel personages: een film- en tv-maker, een dominee, een onderwijzer, een nieuwsgierig jongetje, en, ook al woonde hij al meer dan een halve eeuw in Amsterdam, een nuchtere Fries. De film- en tv-wereld gaat hem missen.