Zeegrens met Frans-Guyana bij wet vastgesteld
01 Sep 2018, 02:24
foto
De wet die de zeegrens met Frans-Guyana vaststelt, wordt met algemene stemmen aangenomen door De Nationale Assemblee. (Beeld: DNA)


De Nationale Assemblee (DNA) heeft de wet 'Akkoord inzake Maritieme Afbakening van de Republiek Suriname en de Franse Republiek' samen met de 'Verklaring tussen Suriname en Frankrijk inzake de samenwerking op maritiem gebied', aangenomen met 31 algemene stemmen. Dit betekent dat de zeegrens tussen beiden landen officieel is vastgesteld. Frankrijk heeft de wet eerder al bekrachtigd.

Behalve dat het akkoord de precieze zeegrens tussen beide landen aangeeft, zijn in de verklaring vier samenwerkingsgebieden opgenomen. Het gaat om milieubescherming, economische bedrijvigheid, de strijd tegen illegale activiteiten op zee en de winning van mineralen en andere niet levende rijkdommen van de zeebodem en de ondergrond. De voorzitter van de commissie die belast was met de wetsontwerpen, André Misiekaba (NDP), zegt dat dit resultaat van daadkracht getuigt, aangezien de grenzen van Suriname met uitzondering van de zuidgrens met Brazilië, betwist worden. Misiekaba stelt dat de Surinaamse grenzen duidelijk moeten zijn voor de wereld, doelend op de foute kaarten van het land die online staan. Hij vraagt de regering om aandacht hieraan te besteden. Ook vraagt Misiekaba de minister van Buitenlandse Zaken de activiteiten op te noemen die de samenwerking met Frans-Guyana met zich meebrengt.

“De reguliere vergaderingen van de river council en de werkgroepen die daarbij op specifieke gebieden ter bevordering en verbetering van bewoners aan weerszijden van de grens, moet u goed in de gaten houden en vooral niet over het hoofd zien in de uitvoering van afspraken en zaken welke naleving behoeven”, antwoordt de minister. Het beheer van afval, het monitoren van hoge vloedstanden van de Marowijnerivier en het gezamenlijk ontwikkelen van grensbeleid voor wat betreft de beweging van personen, staan volgens de bewindsvrouw hoog op de agenda van de regering. “De samenwerking van de Kamers van Koophandel van beide landen is een andere samenwerking welke ik kan listen, alsook de samenwerking van beide douanediensten om smokkel tegen te gaan”, gaat Pollack-Beighle verder. Zij noemt ook de committering van het Franse Agentschap voor Ontwikkeling dat tal van projecten financiert en heeft gefinancierd in het verleden zoals de elektriciteitsvoorziening, drinkwatervoorziening en gezondsheidzorg. “We noemen het hospitaal van Albina, ik mag u verzekeren dat deze regering er alles aan zal doen dat dit hospitaal operationeel wordt”, sluit zij aan.

“De bilaterale politieke relatie is aan het veranderen, niet gewoon aan het veranderen, maar aan het verbeteren. We zijn ons ervan bewust dat wanneer wij met Frankrijk praten, we met een speler praten die veel giganter is dan Suriname. Wanneer in het parlement wordt gezegd dat ons buitenlandsbeleid gestoeld is op een aantal fundamentele zaken waaronder wederzijds voordeel en wederzijds respect, dan mag ik u wederom ervan verzekeren dat wanneer wij aan de tafel zitten, wij daar absoluut niet zuinig mee omgaan en duidelijk dat hoog in het vaandel houden”.

Hiermee geeft minister Pollack-Beighle antwoord op de vragen van commissielid Chan Santokhi (VHP). Hij vraagt of de onderhandelingen rechtvaardig zijn geweest en op de stem van Suriname is gehoord. Hij is nog steeds van mening dat het land veel meer zou kunnen halen uit de onderhandelingen dan de samenwerkingsgebieden zoals die zijn verwoord in de verklaring. Santokhi haalt daarbij onder andere onderwijs, infrastructuur en werkgelegenheid aan.

Commissielid Aida Nading (NDP) vraagt aandacht voor de personen die naar de Franse kant gaan voor medische behandeling. “Als zij daar komen te overlijden kost het heel veel geld om het lijk naar Suriname te laten overkomen, dus wordt het daar begraven”, zegt het Assembleelid. Zij vraagt ook om het traditioneel gezag bij de samenwerking te betrekken. Nading wordt hierin ondersteund door fractiegenoot Silvana Afonsoewa. “Het moet worden benadrukt dat de bevolking aan weerszijden van de grens dan ook de directe voordelen zal kunnen putten uit deze samenwerking. Ik ben ook grote voorstander van het betrekken van de lokale samenleving om te identificeren de zaken waarvan zij denken dat we die op de samenwerkingsagenda moeten plaatsen. Uiteraard moet het van relevantie zijn”, luidt het antwoord van Pollack-Beighle.

De minister gaat maandag naar Albina, waar zij verdere gesprekken zal voeren met de Franse overheid. “Het zal maandag zijn dat wij een overkoepelende overeenkomst voor het eerst gaan verankeren, welke de gebieden moet gaan regelen die hier heel breedvoerig zijn genoemd en niet per se te maken hebben met de gebieden op zee. We praten over de economische, commerciële, infrastructurele, financiële, industriële, landbouw, gezondheid, milieu en veiligheid aspecten welke maar een greep zijn uit de vele onderwerpen”, laat zij optekenen. Pollack-Beighle benadrukt dat de aangenomen wetten gaan over de zeegrens. “We praten niet over een riviergrens, niet over een grens die over het land gaat, maar over een zeegrens”.

Yvanka Ozir-Awailame
Advertenties

Wednesday 17 April
Tuesday 16 April
Monday 15 April