Luister naar

We moeten van een duur huis naar een goed thuis

Nieuws
Het kan niet de bedoeling zijn dat we materieel blijven groeien, maar steeds ongelukkiger worden, zoals blijkt in tal van landen. De vraag is: waar is het geld goed voor?
Arjo Klamer
dinsdag 7 november 2017 om 03:00
We hebben een merkwaardig besef van wat rijk zijn betekent. We grijpen direct naar de portemonnee. Steeds meer mensen vragen zich af waartoe ze op aarde zijn. Nu de politiek nog. Op de foto: winnaars van de Postcodeloterij.
We hebben een merkwaardig besef van wat rijk zijn betekent. We grijpen direct naar de portemonnee. Steeds meer mensen vragen zich af waartoe ze op aarde zijn. Nu de politiek nog. Op de foto: winnaars van de Postcodeloterij. anp / Remko de Waal

Soms lijkt het alsof geld het enige is wat telt. Het regeerakkoord gaat vooral over geld: hoeveel we erop vooruitgaan, hoeveel we gaan betalen om de CO2-uitstoot te beperken, hoeveel minder bedrijven betalen en hoeveel meer we aan btw kwijt zijn.

Al ben ik econoom, de fixatie op geld zit mij dwars. Ik vrees dat mijn wetenschap een belangrijke verantwoordelijkheid heeft. Want die wetenschap wekt de indruk dat we rijk worden door in markten te handelen, dat alles om de ruil draait en dat geld een cruciale rol heeft. Dat denken de meeste mensen dus ook allemaal.

Alleen klopt dat perspectief niet. Het leven draait niet om geld. Dat geldt ook voor mensen die weinig geld hebben.

drank en drugs

Want wat is belangrijk? Stel ik die vraag aan daklozen, dan zou ik verwachten dat ze het over een dak boven hun hoofd hebben, of over geld. Dat zal misschien hun antwoord zijn op de vraag wat ze willen – al zullen ze het dan eerder hebben over drank, sigaretten en drugs. Vraag hun wat ze belangrijk vinden, dan hebben ze het vooral over ergens bij horen. Een thuis.

Sommigen vinden het belangrijk iets voor anderen te betekenen.

Stel ik de vraag aan andere mensen, dan hebben ze het over hun kinderen, hun gezondheid, hun autonomie, persoonlijke ontwikkeling, andere mensen helpen, vriendschap, liefde, duurzaamheid, solidariteit en soms zelfs hun geloof. (Moslims beginnen meestal over hun geloof als het allerbelangrijkste voor hen.)

Nu het opmerkelijke. Wat mensen het allerbelangrijkste vinden, is niet met geld te krijgen. Ook de overheid kan er niet voor zorgen. U en ik kunnen een huis kopen, maar geen thuis. We kunnen een biertje kopen voor een vriend, maar geen vriendschap. U kunt mijn boek kopen, maar daarmee heeft u nog niet mijn kennis.

Gek toch.

Al de goederen en diensten die we wél kopen, zijn middelen, die we nodig hebben om iets substantieels te realiseren.

aubergine

Koop ik een aubergine op de markt, dan consumeer ik die niet zoals economen suggereren, maar gebruik ik die voor een maaltijd waarmee ik het thuisgevoel realiseer. Want meestal nuttig ik de maaltijd met leden van mijn gezin, zodat we met elkaar kunnen praten, ervaringen uitwisselen en zodoende een thuis waarmaken. De aubergine is het middel, de maaltijd ook. Een thuis is het doel.

Datzelfde gaat op voor alles wat geproduceerd wordt. Economen zien in de spullen welvaart. Maar in de op waarden gebaseerde benadering die ik voorstel, willen we weten waar die materiële welvaart goed voor is.

Winst maken is leuk, maar de vraag blijft waar die winst goed voor is. Roept iemand ‘meer winst’, dan herhaal ik de vraag: waar is meer winst goed voor?

Wordt daardoor het thuis beter? Krijgen we er betere vriendschappen mee? Betere kunst misschien? Ontwikkelen we ons beter met al die spullen?

Misschien. Maar een groter huis is geen garantie voor een beter thuis. Eerder het tegendeel: om een groter huis te betalen, zal iemand zo hard moeten werken dat hij nauwelijks tijd over heeft voor zijn thuis. Dan heb je een groot huis en veel geld op de bank, lopen vrouw en kinderen weg. Dat kan niet de bedoeling zijn.

Het kan ook niet de bedoeling zijn dat we materieel blijven groeien, met steeds meer bruto binnenlands product, en steeds ongelukkiger worden, zoals blijkt in tal van landen. Of dat we de kwaliteit van de samenleving en van de natuur en het milieu zien afnemen.

Ook al zou het waar zijn dat de Europese Unie goed is voor de materiële welvaart, de vraag is of ze ook goed is voor de kwaliteit van de democratie in Europa, of de saamhorigheid in buurten.

Denkt u met me mee, dan beseft u wellicht dat we een merkwaardig besef hebben van wat arm zijn betekent, of rijk zijn. We grijpen direct naar de portemonnee. Alsof armoede een kwestie is van te weinig geld. Soms is dat het geval. Maar wat te zeggen van de armen van geest? Of van degenen die sociale contacten ontberen, of voor wie het leven zonder betekenis is?

Waarom zou iemand met heel veel geld, maar zonder vrienden en liefde in zijn leven, er beter aan toe zijn dan iemand met weinig geld, maar een warm thuis? Ik pleit daarom voor een economische wetenschap die gericht is op kwaliteiten, op duidelijk krijgen hoe we specifieke kwaliteiten – zoals saamhorigheid in een buurt, of een liefdevol gezin, of een vitale en innovatieve samenleving – kunnen realiseren.

Zo’n wetenschap vraagt om nieuwe begrippen, een andere invulling van gangbare begrippen zoals ‘bezit’ (een goed thuis is een belangrijker bezit dan een duur huis), ‘productie’ en ‘consumptie’ (leden van een huishouding produceren gezamenlijk een thuis).

Je ziet deze benadering al in het bedrijfsleven. Ik kom daar steeds meer mensen tegen die zich afvragen waarvoor hun organisatie op aarde is. Ze willen bijdragen aan een beter milieu, maar ook aan een sterkere gemeenschap, kwaliteit van werk, en soms zelfs een beter leven thuis (bijvoorbeeld door van de balans tussen privé en werk een punt te maken). Ik zie ook zorgorganisaties zich steeds meer richten op de kwaliteit van hun zorg.

Ik zie er alleen weinig van terug in zoiets als een regeerakkoord. Maar de politiek loopt meestal achter de feiten aan.

Ontwikkelt deze op waarden gebaseerde economie zich verder, dan gaat er veel veranderen. Zoals onze manier van denken. En misschien ook de manier waarop we leven. Want hoeveel van wat we doen, binnen en buiten de markt, is gericht op dat wat werkelijk belangrijk is voor ons – op het goede dus? Ik laat de vraag bij u.

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
Afbeelding

China hoeft niet namens Taiwan het woord te voeren. Dat kunnen we heel goed zelf

China bedankte in een VN-vergadering namens Taiwan voor het meeleven tijdens de recente aardbeving op het eiland. Op die bedankjes zit de vertegenwoordiger van Taiwan in Nederland, Hsin-Hsin Chen, niet te wachten.

Voedselbank in Rotterdam West Delfshaven. Vrijwilligers controleren de voorraden en laden de vrachtwagens.

Rotterdam, is er wel een plek onder de zon voor mensen die we kwetsbaar noemen?

Weer wordt het plan van stal gehaald om in Rotterdam mensen met hogere inkomens tussen minder draagkrachtigen te laten wonen. Het is al eerder mislukt. En het is onrechtvaardig, schrijft Gerlinde Robbertsen.

Omdat Iran nog altijd een handelspartner is van de EU, bestaat de indruk dat dat een rol speelt om de Iraanse Revolutionaire Garde niet op de Europese terreurlijst te zetten.

Gênante en bureaucratische vertoning bij Europese aanpak van Iraanse Revolutionaire Garde

In de Europese discussie over het aanpakken van de Iraanse Revolutionaire Garde voert volgens Freek Vergeer de koopmansgeest de boventoon. Met Iran valt geld te verdienen.

Het bezit van de auto zorgt in mijn geval voor een mildere houding: je kunt niet alle wereldproblemen in je eentje oplossen.

Van treinreiziger naar filerijder. Wat het bezit van een Volkswagen Up met mijn wereldbeeld doet

Lange tijd zei Carin Slotboom tegen autorijders: ‘wat geeft jou het recht om auto te rijden, terwijl je weet dat de invloed op de omgeving slecht is?’ Ze heeft nu ruim een half jaar zelf een auto en maakt de balans op.

Nederland neemt met zo'n 5000 militairen deel aan de NAVO-oefening Steadfast, waar in totaal 90.000 militairen uit 32 landen aan meedoen. Hier vindt een oversteek van de IJssel plaats.

Dienstplicht alleen voor jongeren? Stel de héle maatschappij in dienst van Defensie

Een oorlogseconomie klinkt eng, maar het gebrek aan zo’n economie is veel zorgelijker, betoogt militair Herwin Meerveld. Hij vindt dat je de dienstplicht veel breder moet zien.

NSC wil dat de overheid regelt dat werkgevers medewerkers aanspreken op welke dag ze naar kantoor komen, om zo de verkeersdrukte te spreiden.

Voorschriften, regels en wetten maken mensen en ondernemingen kapot, zegt Frank van den heuvel

Wanneer stopt de drang bij de overheid naar registratie, regels en controle? Ondernemers zijn volgens Frank van den Heuvel woest en wanhopig. Dit is de reden dat mensen klaar zijn met ‘Den Haag’.