Direct naar artikelinhoud

Kitty Courbois (1937-2017) was een vrouw van uitersten

Kitty Courbois, de grande dame van het Nederlandse toneel, met een stem uit duizenden, is zaterdag op 79-jarige leeftijd overleden.

Kitty Courbois.Beeld Robin de Puy

Zeker, ze was er weer ­bovenop en ze had plannen genoeg. Bijvoorbeeld dat ze later dit jaar weer zou gaan filmen met Frans Weisz, die de roman Het leven is vurrukkulluk van Remco Campert zou gaan verfilmen. En verder was ze blij dat ze weer naar het theater kon gaan. Actrice Kitty ­Courbois zag er weliswaar vermagerd, maar verder piekfijn uit bij de première van het toneelstuk Gouwe Ouwe onlangs in de Leidse Schouwburg. Door een gelukkige speling van het lot zaten we bijna naast elkaar en konden wat wetenswaardigheden worden uitgewisseld.

Het tekent haar werkdrift en ­levenslust dat ze er dit jaar weer helemaal bij was. Kitty Courbois is generaties lang een markant en gezichtsbepalend actrice geweest, vooral in het Nederlands theater maar ook in veel speelfilms en televisieseries. Acteren als dwingend doel, maar daarnaast niet vergeten dat het leven meer te bieden heeft: plezier maken, mannen, ongeopende enveloppen, zich opstapelende rekeningen, na afloop van een voorstelling het café in en ook echtgenote zijn, en moeder en tenslotte ook oma. Courbois heeft ­optimaal geleefd en gewerkt, is tal van grillige paden ingeslagen, dronk af en toe een jaar te veel en dan weer drie jaar niet. 'Ik ben iemand van uitersten. Niet ongrijpbaar, nee, ik ben ook heel erg makkelijk namelijk, en lief', zei ze daarover in een interview in de Volkskrant toen ze in 2010 haar vijftigjarig toneeljubileum vierde. Uit nogal wat diepe dalen is ze telkens weer met vallen en opstaan groots ­tevoorschijn gekomen.

Ik moet er niet aan denken geen toneel meer te spelen, ik zou me thuis werkelijk rot vervelen
Kitty Courbois op haar 65ste verjaardag

Kitty Courbois werd geboren in 1937 in Nijmegen, ging in 1957 naar de toneelschool in Arnhem, debuteerde in 1960 met een kleine rol in Rhinoceros van Ioneco, maar speelde meteen daarna de hoofdrol in De Getatoeëerde Roos van Tennessee Williams bij De Nederlandse Comedie. 'Kitty Courbois - wilde kat', stond er boven de ­recensie en haar naam was gevestigd. Als toneelactrice is ze voornamelijk in Amsterdam actief geweest. Bij de Nederlandse Comedie speelde ze onder meer in Trojaanse Vrouwen, Midzomernachtsdroom en Vrijdag van Hugo Claus. Met Claus had ze een stormachtige verhouding die de Vlaamse schrijver later verwerkte in zijn roman Het jaar van de kreeft, waarmee de actrice in het geheel niet blij was. Toen Toneelgroep Amsterdam twee jaar geleden daarvan een theaterversie maakte, was ze opnieuw 'not amused'. Maar theatermakers moeten vooral doen wat ze niet laten kunnen, was haar laconieke reactie.

Toen Gerardjan Rijnders in 1987 ­Toneelgroep Amsterdam oprichtte vroeg hij haar zich bij zijn groep aan te sluiten. Dat deed ze graag, na een aantal roemruchte jaren bij Toneelgroep Baal van Leonard Frank. Tot aan haar dood is ze het hoofdstedelijke stadsgezelschap trouw gebleven, en andersom ook. Toen Ivo van Hove haar bij haar 65ste verjaardag verzocht door te blijven spelen, was ze dolgelukkig. 'Dat is mijn mooiste cadeau geweest, dat Ivo bij onze pensionering Joop Admiraal en mij vroeg aan het gezelschap verbonden te blijven. Ik moet er niet aan denken geen toneel meer te spelen, ik zou me thuis werkelijk rot vervelen.' Toch maakte ze haar vak niet tot iets heiligs, of iets ondefinieerbaar groots. Integendeel: nuchter en vakmatig, zo dacht ze over toneelspelen. 'Het wordt vanzelf acht uur, en daarna ook weer elf uur.' Over haar rol als Medea zei ze: 'Ik huil makkelijk. Een kwestie van grote traanbuizen.'

Kitty in Flipperland.Beeld Hollandse Hoogte

Tot de grotere rollen die ze hij het Amsterdamse stadsgezelschap speelde behoren onder anderen Richard III, Klaagliederen, Angst en Ellende in het rijk van Kok, Srebrenica!, Phaedra en in 2015 nog de moeder van Richard III in Kings of War in regie van Ivo van Hove. Een gelukkige en vruchtbare periode had ze zeker ook bij Baal, waar ze een krachtige Moeder Courage van Bertolt Brecht speelde en grote indruk maakt in Judith Herbzergs Leedvermaak, een toneelstuk over hoe de oorlog in een Joodse familie nooit verdween. Courbois' rol van Ada en het stuk zelf behoren onmiskenbaar tot de hoogtepunten van het naoorlogse theater. In 2013 toerde ze met de kleine voorstelling Parels van poëzie solo door het land. Daarin droeg ze gedichten voor, maar ook vertelde ze met humor en openhartig over haar leven en werk.

Courbois' stem en tekstbehandeling zijn altijd de belangrijkste kenmerken van haar acteren geweest. Die stem was uit duizenden te herkennen; door de dwingende, gedecideerde kracht ervan en het soms ­onnavolgbare dansen van de klem­tonen, kon ze een wereld van emoties oproepen. Geen actrice ook die zo duidelijk een punt achter een zin kon zetten. Wat ook van belang was: Courbois was uitzonderlijk mooi, als jonge actrice in de film Het gangstermeisje maar ook veel later. Karakter als teken van schoonheid. Los van haar talent als actrice had ze nog een groot ­talent: ze was van nature een leuk mens, met wie je ook als theaterjournalist af en toe een glas kon drinken en op een beschaafde manier nieuwtjes uit het vak kon delen, zonder dat het echt roddelen werd. Als Courbois op fluistertoon ging praten, wist je dat er iets spannends op komst was. Belangrijk in haar leven was haar onlosmakelijke vriendschap met collega-acteur Joop Admiraal en Ramses Shaffy. Een drietal dat tot op het laatst bijna elke zondag bij elkaar kwam in Shaffy's verzorgingshuis en in de tuin aldaar miniflesjes wijn leegdronk. Tot in de wijde omtrek waren dan haar schaterlach en Shaffy's uithalen te ­horen.

Courbois' stem en tekstbehandeling zijn altijd de belangrijkste kenmerken van haar acteren geweest

Bekijk hier het interview met Kitty Courbois in Opium op 4 januari 2013: http://www.npo.nl/opium/04-01-2013/AVRO_1586865.

Een dochter verliest haar moeder; haar vrienden, familie en het theater- en filmpubliek verliezen een geweldig actrice en bijzondere vrouw

Oneindig groot is ook de lijst van films en televisieseries waarin ze te zien was. Vanaf Het gangstermeisje (1966), An Bloem, Op hoop van zegen, via de Herzbergtrilogie Leedvermaak, Qui Vive en Happy End, Medisch Centrum West, Gooische Vrouwen, Dokter Tinus, Brammetje Baas tot en met De Held (2016), de verfilming van de roman van Jessica Durlacher.

Dochter Gijsje maakte zondag op ­Facebook het overlijden van haar moeder bekend met de tekst: 'My ­mother died today. No words, just candles.' Een dochter verliest haar moeder; haar vrienden, familie en het theater- en filmpubliek verliezen een geweldig actrice en bijzondere vrouw. Daar passen inderdaad kaarsen bij, maar ook woorden die haar zullen herinneren. Zoals de slotregels van Toon Tellegens Mijn laatste gedicht waarmee ze haar soloprogramma eindigde:

'De voorstelling is bijna afgelopen
Zolang ik mij herinneren kan.'

Acteur en regisseur Titus Muizelaar (67):  

'Kitty was een zuiver actrice. Je moest haar niet volstoppen met opdrachten. Ze speelde vanuit haar onderbuik en intuïtie. Het was nooit gelogen. Ze speelde altijd met de gevoeligheid van dat moment. Ik heb haar bij Herakles bijna niet laten repeteren. De monoloog die ze had, liet ik aan haar over. Als je wat wilt laten zien, kom je maar, zei ik. Dat werkte prima. Ze had zich daar volledig mee weten te identificeren. Kitty was een actrice waarvan je niet moest kijken wat ze tijdens repetities liet zien maar wat ze kon laten zien als de voorstelling er was. Ze had zo'n behoefte om wat ze had verworven in een rol, te delen met het publiek. Daar kon je 100% op vertrouwen.

Eigenlijk wist ze elke tekst, of het nu Ibsen, Herzberg of Euripides was, om te zetten in persoonlijke muziek. Ze musiceerde met toneel. Natuurlijk had ze dat gevoelige aan zich hangen. Maar haar muzikaliteit maakte dat dit veel meer werd dan sentimentaliteit. Ze was gek op haar broer, drummer Pierre Courbois. Dat begrijp ik. Dat muzikale in haar maakte haar poëtisch.

Toen ik veertien was, zag ik haar in Ibsens Wanneer wij doden ontwaken. Ik was smoorverliefd. Dat heb ik haar later nog gezegd. Ik heb enorm van haar genoten in de voorstellingen van Toneelgroep Baal. Leonard Frank maakte op muziek gebaseerd theater, op teksten van Judith Herzberg. Daar kon ze geweldig mee uit de voeten.'

Regisseur Frans Weisz (78):

'Sommige dingen moet je zeggen wanneer iemand nog leeft: Kitty was mijn grote liefde op de toneelschool, ik was alleen zo verlegen dat ik dat haar niet durfde te bekennen. Ik heb met haar cabaret gedaan en dacht dat wij samen grote acteurs zouden worden. Toen ik verkaste naar de filmacademie, beloofde ik mijn eerste film met haar te maken. Daarvoor heb ik haar speciaal naar Rome gehaald. Ik had zo graag de cirkel rond willen maken, een koket verlangen: ze zou de rol van Rosa Overbeek spelen in mijn verfilming van Het leven is vurrukkulluk van Remco Campert. Het is niet aan ons. En ik zag bij onze laatste ontmoeting dat er nog wel wat nodig was haar die rol te kunnen laten spelen. Maar het ging beter met haar. Bij het afscheidsfeest van de crew van Leedvermaak waren we aan het dansen, en toen zei ze: "Zie je Frans, het kan alsnog." Maar misschien is voor ons de mooiste vorm van samenleven geweest, gesublimeerd in het acteren voor de camera. Ik denk dat ze meer van de camera hield dan van mij. Het vreemde bij Kitty was, dat je bij het repeteren voortdurend dacht, ze heeft het nog niet, maar als we gingen draaien, kwam ze helemaal los, als een volbloed paard dat presteert wanneer het de parcourshindernissen ziet. Ze heeft mij al draaiende nog nooit teleurgesteld. Een dierlijk instinct zet mij nu al aan het denken, wie ik als vervanger voor haar moet kiezen, verschrikkelijk. Ik heb gezworen nooit meer naar begrafenissen te gaan, omdat ik zo moet huilen omdat het leven eindig is, een egocentrische vorm van huilen. Maar ik troost mij met haar citaat, ik geloof uit de film Hoogste tijd: "Ik houd nooit op van mensen te houden. Ook niet nu ik dood ben."'

Acteur, vriend en agent Hans Cornelissen (60):  

'Wij leerden elkaar 32 jaar geleden kennen tijdens de musical Fien en hadden binnen een kwartier een klik. Ik kon met haar meerijden en bij de eerste rit deelde ze haar vette gehaktbal met mij. Om praktische redenen kon ik toen op een etage in haar huis komen wonen, in Amsterdam-Zuid. We zijn beste vrienden geworden. Belden elkaar ook over schaatsen en tennissen. Laatst nog over Sven Kramer en Ireen Wüst, met hen leefde ze erg mee.

Ze was een on-Nederlandse actrice, de Anna Magnani van de lage landen. In haar levensopvatting was ze Italiaans, lange tafels, eten, vrienden. Heftig, eigenzinnig en veelzijdig. Net zo goed een rol in de Rob de Nijs Show, als bij de Nederlandse Comedie.

Ze werd altijd opgetrommeld om gedichten voor te dragen tijdens begrafenissen en herdenkingen. Toen heb ik samen met haar een poëzieprogramma bedacht, waarin ze al die gedichten voordroeg, gelardeerd met eigen levenservaringen. De try-out deed ze in het Rosa Spierhuis. Ze vond het doodeng, was bijna kwaad dat het doorging. Maar het werd een hit. Een humor dat ze had, ze was net een stand-up comedian.

Welk gedicht ik zou kiezen uit dat poëzieprogramma, voor haar begrafenis? Lastig maar ik denk Nu nog van Hugo Claus, het zijn 29 strofen.'

Strofe XIV
Nu nog tussen alle vrouwen is er niet een als zij,
niet een waarvan de woeste mond mij zozeer heeft verrast.
Mijn zotte ziel zou over haar vertellen als zij kon
maar mijn ziel werd met al haar hebben en houden verwoest.      

Regisseur Gerardjan Rijnders (67):  

'Kitty was geen actrice-actrice. Ze was kordaat, authentiek, recht door zee, de armen gestrekt, vuisten gebald. En als er emoties bij kwamen kijken, spreidde ze haar vingers. Natuurlijk die stem, die dwars door alles heen kon gaan en bij emoties raar de hoogte inging. Ik mocht haar voor het eerst regisseren tijdens een monoloog voor televisie, Dodemansheuvel. Ze vond het heerlijk voor de camera. Haar mooiste toneelrol vind ik Medea. Die voorstelling was niet gepland maar zij was zo'n geweldige Griekse-tragedie-actrice, het leed spatte van haar af. Ook als moeder van Pierre Bokma's Richard III maakte ze enorme indruk, ook al had ze maar twee korte scènetjes. Toch kon ze evenzogoed heel geestig een domme moeder uit Almere spelen, in Srebenica!, die nergens enig benul van had, of met vervormde bril en permanentje een huishoudster in Angst en Ellende in het Rijk van Kok.

Ze vond niks gek, was voor alles in, maar tijdens repetities was ze altijd onzeker. Ging het doek op, of liep de camera, verdampte die angst. De tragiek was dat ze niet zonder spelen kon. Kitty had geen hobby's. Toen ze geen teksten meer kon onthouden, vond ze het vooruitzicht niet meer te kunnen spelen onverteerbaar.

We hebben één aanvaring gehad, tijdens repetities van Los Zand van Annie M.G. Schmidt. Ze had geen idee hoe ze die lesbische fotografe moest spelen, en zat met haar hoofd bij een nominatie voor een Gouden Kalf in Leedvermaak. Die werd uiteindelijk gewonnen door collega Annet Nieuwenhuijzen. Kitty verliet vloekend en tierend de studio, toen ik zei dat ze stond te spelen als het kalf waar ze zo vol van was. Een uur later hebben we dat gezellig afgedronken.'

Door: Annette Embrechts