De rechtspraak
19 Feb 2017, 20:43
foto


Onder dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen belicht in het Handboek
van het Nederlandse staatsrecht
door Prof. Mr. C.W. Van Der Pot en bewerkt door Mr. A.M. Donner.
A. De rechtspraak van de gewone rechter
B. De rechtspraak van de administratieve rechter
C. Gratie, Amnestie, Abolitie.

In het onderhavige zijn in Suriname voor onze Staatkundige ontwikkeling van belang de begrippen die voorkomen in onze Grondwet. Onder bevoegdheden van De Nationale Assemblee is onder meer bepaald dat zij bij wet bevoegd is tot het verlenen van amnestie of abolitie (artikel 72 onder G van de Grondwet).
In verband met de ontwikkeling van het strafrechtswezen is gratieverlening een middel tot opheffing of vermindering van de strafrechtelijke gevolgen van een vonnis. Bij Amnestie wordt aan feiten, gedurende een bepaalde tijd gepleegd, achteraf het strafbaar karakter ontnomen onverschillig of er een rechtsvervolging is ingesteld en/of men de schuldigen allen kent.

Abolitie is het ingrijpen in een strafprocedure, voordat het vonnis gewezen is. In beide gevallen, zowel Amnestie als Abolitie, is de wetgever bevoegd.
Artikel 131 lid 3 van de Grondwet stelt, elke inmenging inzake de opsporing en de vervolging en in zaken bij de rechter aanhangig, is verboden. Op grond hiervan is de rechter voorbij gegaan aan de Amnestiewet maar in het belang van de staatsveiligheid heeft de Regering de Procureur-Generaal bevolen ingevolge artikel 148 van de Grondwet de vervolging stop te zetten.

De rechter dreigt weer een standpunt te willen innemen dat het primaat niet meer bij de Procureur-Generaal ligt. Aangezien wij in een democratische rechtsstaat in Suriname leven, heeft de Grondwetgever aan de wetgevende macht bevoegdheden toegekend om te voorkomen dat de Staatsordening in gevaar wordt gebracht. Dat is onvermijdelijk als iemand die het ambt van President bekleedt wordt gevonnist. Daarom bestaat er zo iets als immuniteit in een geciviliseerde maatschappij. Immuniteit van Staatshoofden is een regel van ongeschreven Internationaal publiek recht. Wij weten dat immuniteit geen straffeloosheid betekent.

Daarom zal in het belang van de Republiek Suriname, De Nationale Assemblee wederom moeten ingrijpen met het middel door de Grondwetgever aan hun gegeven. Abolitie is een grondwettelijk recht van De Nationale Assemblee om voordat een vonnis wordt gewezen in te grijpen in de strafprocedure. Deze grondwettelijke bevoegdheid impliceert een uitdrukkelijke opdracht om in te grijpen in een strafprocedure, waardoor deze wet op grond van het zuiverheidsbeginsel nooit onder de bepaling van artikel 131 lid 3 kan vallen, zijnde inmenging in zaken bij de rechter aanhangig.

Bovendien betreft deze rechtszaak een kwestie die zich 35 jaren terug heeft afgespeeld en nog wel in een periode van militair bewind. Hierdoor maken wij ons onsterfelijk belachelijk om te denken dat wij zo het recht laten zegevieren.
De persoon van Bouterse is ooit als militair (hoewel de leider) betrokken geweest in een militaire operatie met alle gevolgen van dien. Hier wordt gedaan alsof het gaat om daden kort voor of tijdens de man zijn ambtsperiode als president. Wij weten dat het leidmotief het presidentschap van Bouterse is.

Zij die in de keuken van het Staatsrecht hebben gekeken en dit begrepen, weten dat de spanning tussen recht en werkelijkheid nooit helemaal weggenomen kan worden. Als op grond van het gewoonterecht buitenlandse staatshoofden onschendbaar zijn voor strafvervolging door andere staten, wat weerhoudt De Nationale Assemblee ervan om dat gedachtegoed te hanteren in deze zeer beladen zaak in het belang van de natie.

Het verhaal over het Latijnse adagium Litis finiri aportet (een rechtsstrijd verdient beëindigd te worden door een vonnis) geldt volgens Gerard Spong niet voor Nederland, terwijl de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad willekeurig een proces kan stoppen in het belang van de wet. Dit hebben zij mij in Nederland geleerd. Wanneer ondergetekende in Suriname, zijn mening ventileert, dan doet hij dat als een vrije man van goede naam en heeft geen enkele verantwoordelijkheid af te leggen aan iemand. Hij is niet verplicht te zeggen wat, sommige mensen willen horen, daarvoor is hij te onafhankelijk.

De frustratie bij het verkondigen van meningen bij sommige lieden (omdat zij in politicis verplicht zijn tenminste te wachten tot de verkiezingen van 2020) is evident. Wij behoren niet tot de politieke uilskuikens die de Surinaamse omstandigheden van nu en het verleden niet kennen en hebben daarom niks aan dat gebabbel. Wie A zegt moet dat met B bewijzen.

Eugéne van der San
Advertenties

Thursday 18 April
Wednesday 17 April
Tuesday 16 April